Cooperatie versus VvE

In het geval een wooncomplex wordt gesplitst in verschillende appartementsrechten wordt automatisch ook een Vereniging van Eigenaren (VvE) opgericht. Daarnaast kent het Nederlandse recht ook een oudere vorm voor de exploitatie van wooncomplexen: de cooperatieve flatexploitatievereniging (CFV).

Hieronder worden deze twee verschillende rechtsvormen met elkaar vergeleken.

In het geval sprake is van een VvE dan is een appartementseigenaar strikt genomen eigenaar van het appartementsrecht. Dit appartementsrecht geeft de appartementseigenaar het exclusieve recht een bepaald deel van het appartementencomplex (bv. de flat, berging of parkeerplaats) te gebruiken, waarbij iedere eigenaar eveneens gebruik mag maken van de gemeenschappelijke delen (trappenhuis/liften, gangen etc.). Niet de VvE maar de appartementseigenaren gezamenlijk zijn eigenaar van het gehele appartementencomplex.

Bij de cooperatieve flatexploitatievereniging (CFV) is dit anders. De cooperatie is namelijk de eigenaar van het gehele complex. De cooperatie geeft lidmaatschapsrechten uit aan de leden om de flats te bewonen en om gebruik te maken van de gemeenschappelijke delen. Het aantal lidmaatschappen is dus gelijk aan het aantal flats. Het eigendom van de flat blijft echter in handen van de cooperatie. De leden kopen alleen een lidmaatschapsrecht. Dit heeft tot gevolg dat de eigenaren van een lidmaatschapsrecht zijn terug te vinden in het ledenregister van de CFV en niet in het Kadaster zoals de eigenaren van een appartementsrecht.

Een ander verschil tussen de VvE en de CFV komt tot uitdrukking in het afsluiten van de hypotheek. Een appartementseigenaar kan een willekeurige hypothecaire lening afsluiten op zijn (individuele) appartementsrecht. Dit ligt anders bij de cooperatie. In dat geval kan alleen door de CFV (de eigenaar) een hypothecaire lening worden afgesloteno met als onderpand/hypotheek het hele gebouw. Een dergelijke hypothecaire lening wordt ook wel aangeduid met de term oparapluhypotheeko. De leden kunnen gebruikmaken van een pandlening uit deze parapluhypotheek ter financiering van de aankoop van hun flat. Een individueel lid van de cooperatie kan in principe dus niet op eigen houtje bepalen bij welke bank hij/zij de lening wil afsluiten. Het lid is gebonden aan hetgeen er in de statuten van de cooperatie is bepaald. Op dit moment is uitsluitend de SNS Bank bereid lidmaatschapsrechten te financieren zonder dat zij houder is van de parapluhypotheek.